home
Home

 

persoonlijk
Persoonlijk

 

muziek
Muziek

 

geofictie
Geofictie

 

Muka
Muka

 

verhalen
Verhalen

 

foto's
Foto's

 

colofon
Colofon

De vrijheid van het verzinnen

door Bas van Eerd


Op zijn zevende verzon Mark een autofabriek en tekende hij de verschillende auto's die daar werden geproduceerd. Minstens drie generaties van de perikelen van dit familiebedrijf heeft hij uitgebreid beschreven. Zowel belevenissen van de opeenvolgende directeuren, de financiële situatie van het bedrijf en buitenechtelijke relaties van de familieleden werden op schrift gesteld. Zestien jaar later, als lid van het Genootschap voor Geofictie, schrijft hij een brief naar de Dikke van Dale om het woord geofictie in het woordenboek op te nemen. De brief terug stelt dat dit voor de twaalfde druk zeker niet gaat lukken, daarvoor was het te laat. Misschien in een volgende druk, schrijft meneer van Dale.

Enig nazoeken leert dat ook in de dertiende druk uit 1999 geofictie niet voorkomt. De aanleiding hiervoor wordt gevormd door een interview met geoficticus Mark Uwland (1969). "De vrijheid die je hebt," geeft hij als een van de redenen voor zijn hobby, "maar ook het puzzelen om alles kloppend te krijgen. Het ene moment schrijft een verhaal zich als vanzelf, daarna ligt het weken stil omdat je naar oplossingen zoekt zodat hetgeen je hebt verzonnen op elkaar aansluit."
     Ontspannen zit hij in een fauteuil op zijn kamer, aandachtig luisterend neemt hij mijn vragen in zich op en voorziet deze zorgvuldig van antwoord. De schuine wand boven zijn hoofd is versierd met een kleine dertig, al dan niet op elkaar aansluitende, A-viertjes waarop ingekleurde kaarten prijken van verzonnen continenten, landen en steden. De tegenoverliggende muur gaat bijna geheel schuil achter een kamerbrede boekenkast. Voor een definitie van geofictie zoekt Mark in een map op de grond en toont me artikel één van de statuten van het Genootschap voor Geofictie waarvan hij zo'n 16 jaar lid is geweest. "Onder geofictie wordt verstaan gedroomde, gefantaseerde of fictieve geografie. Een geo (gebied, eiland, planeet etc.) wordt beschreven, in kaart gebracht, ontwikkeld, bewoond, bestuurd etc. alsof deze echt bestaat."

"De autofabriek is geen geofictie want die ligt gewoon in Nederland. Ik heb daar al jaren niets meer aan gedaan, dat moet ik wel eens doen want het is wel vreemd dat ie daar nog steeds staat." Mark is nu bezig met zijn derde geo. Aan zijn eerste, Vixatië werkte hij ongeveer van 1980 tot 1988. "Die was hypermodern, daar gebruikten ze al geen verbrandingsmotoren meer, maar ik ben daar mee gestopt omdat er zoveel niet klopte."
     Na 1990 heeft hij ongeveer zeven jaar aan Ubilan gewerkt, de tekeningen aan de wand zijn van dat land en het continent waarop het ligt. "Ik begon met een klein landje, dan teken je daar buurlanden omheen en al snel heb je een heel continent. Het tekenen van kaarten vind ik erg leuk, als ik daarmee bezig ben verlies ik alle begrip van tijd en ruimte." Van Ubilan op het continent Gmune op de planeet Nmonige heeft hij ongeveer veertig kilo papier. Op Ubilan spreken ze Irbiox maar de landen eromheen hebben andere talen. De ordners in zijn boekenkast bevatten beschrijvingen van al deze talen, verder zitten ze vol verhalen over religie, geschiedenis, mystieke geschriften en over de schepping van de planeet en haar bewoners. Van belangrijke personen schrijft Mark bibliografieën, de verspreiding van dieren wordt beschreven, evenals die van grondstoffen. Daarbij wordt de ontwikkeling van het land, de bewoners en hun taal vastgelegd. De geo Ubilan is ongeveer blijven steken in de oudheid. "Het modernste vervoer daar is paard en wagen, daarbij gaat natuurlijk veel over water. Veel steden hebben elk hun eigen faam, er zijn havensteden, maar ook die bekend staan vanwege kloosters, tempels, hele goede wielassen of bierbrouwerijen."

Met Ubilan is hij gestopt, dat werd te lastig en te groot. "Vooral ook door de verschillende talen in aangrenzende landen, die talen beïnvloeden elkaar in grammaticale structuur en de vervoegingen van woorden en dat klopte niet meer." Latijn, waarmee Mark op het Gymnasium in aanraking kwam vormde een grote inspiratie om zelf ook met talen bezig te gaan. Daarvoor had hij al wel landen verzonnen en kaartjes getekend, maar zich nog weinig in de taal en cultuur verdiept. "De geschiedenis van een taal is de meest directe manier om een volk te beschrijven. Zo hebben de Inuit een oneindig aantal woorden om sneeuw te duidden, en kende het Latijn geen woord voor vulkaan totdat de Vesuvius uitbrak."

Tijdens zijn periode op de middelbare school heeft hij eens een werkstuk gemaakt over de drijfveer van mensen om geofictie te gaan, en blijven bedrijven. Daarvoor stuurde hij enkele vragen naar hem bekende geoficticie, die hem vriendelijk en soms heel persoonlijk antwoordden. De conclusie luidde dat men zich bezighield met geofictie uit vluchtgedrag en onvrede met de bestaande maatschappij en vanwege de fantasie die men daarin kwijt kan. "Een romantisch gevoel van escapisme," zoals Mark het benoemt. Geofictie ligt ongeveer in het verlengde van het idee van spelende kinderen die een eiland verzinnen of voordoen alsof ze een jager zijn in het bos, of een ridder of prinses waarbij een steile heuvel dienst doet als kasteel.

Vanaf 2000 is hij bezig met zijn derde geo; de planeet Mimia. "Enkele goede ideeën uit Ubilan neem ik daarin mee zoals pluimbomen, die naast loof- en naaldbomen bestaan." Verder heeft hij veel geleerd van de werkwijze die hij voorheen aanhield, die was niet altijd logisch. "Ik ben nu begonnen bij het ontstaan van het universum, de zon, planeten, en continenten. Dat is ongeveer veertig bladzijden. Nu ben ik bij het ontstaan van het schrift."


naar het begin van de bladzijde